New Brunswick leek ons eigenlijk een provincie waar we snel doorheen zouden gaan. Niet zo bijzonder. Nou, niets is minder waar. Te beginnen met Fundy Bay. Die hadden we al bezocht aan de Nova Scotia kant en aan deze zijde is het zowaar nog indrukwekkender. We krijgen de gelegenheid op één van de mooiste spots van een camping (waren we na 2 weken ‘dry camping’ zoals ze vrij kamperen in de natuur hier noemen) wel aan toe. We zetten de camera op statief en nemen om het uur een foto. Dat levert een mooie serie op en geeft een goed beeld van het verschil tussen eb en vloed dat hier kan oplopen tot wel 16 meter! By the way we ontmoeten een man uit Toronto: ‘I haaave never seeen water going up and down…’.
Een ander bijzonder fenomeen hier is dat je daardoor bij eb op de oceaanbodem kunt lopen. Bij vloed pak je dan de kano in dezelfde omgeving. Die van Hopewell Rocks. Wij doen alleen de eb-variant. Schoentjes moet je wel goed poetsen daarna.
Fundy Bay staat ook bekend om de aanwezigheid van walvissen. De beste periode om die te spotten zijn de maanden juli, augustus, september. De walvissen komen dan hier naar toe om te baren. Het seizoen is dus net begonnen. We rijden naar het plaatsje Saint Andrews. Een prachtige plek, tegen de US grens aan (Maine). Daar boeken we een whale watching trip in een snelle RIB. Zo komen we verder en kunnen we meer zien en volgen (zo is ons gezegd). Het wordt een onvergetelijke trip waarin we meer zien dan we hadden verwacht. Zo zien we de nodige dwergvinvissen langs de boot en volgen we lange tijd een bultrug van zo’n 30 meter. Heel indrukwekkend. Op de weg terug varen we nog langs Campobello Island, langs het buitenhuis van President Roosevelt (dat lag in Canada! en daar was veel commentaar op destijds) en zien we bold eagles in de bomen zitten, zeehonden en een van de meest prachtige lighthouses die we tot nu toe gezien hebben. We varen vlak langs kreeftenvissers. De laatste dag van het seizoen, zij halen de laatste boxen binnen. Voor krab hebben ze geen vergunning, die gooien ze dus zo weer overboord!
Op de plek in de buurt van Saint Andrews waar we staan ontmoeten we ook collega overlanders Sarah & Ken uit Vancouver. Dat levert ons een zeer plezierige avond op waarbij we ervaringen uitwisselen en een uitnodiging ontvangen om hen te bezoeken (en daar een paar dagen te logeren) als we in Vancouver zijn. Zij zijn vanaf 1 augustus weer thuis. Dat gaan wij redden, zeg maar ;). Wanneer je op deze plek vroeg opstaat wemelt het van de herten. Die staan zelfs gewoon midden op straat. En naast de hoofdweg, dicht op de rand van de weg. Ons voornemen om niet ’s avonds of ’s nachts te rijden is wel een goed idee. Ze lopen zo blijkt zomaar de weg op, zeker in het schijnsel van de koplampen.
We laten de oceaan nu echt even achter ons en doen onderweg richting Québec nog een aantal mooie en bijzondere plekken aan. Zo komen we te overnachten op een plek die volgens de iOverlander app gesloten zou zijn en alleen met snorkel te bereiken. Nou, laten we die nu net hebben. We gaan het daar eens bekijken. Het blijkt een mooie stek aan de rivier (St Johns River) te zijn. Niks ‘closed’, gewoon begaanbaar, niks geen snorkel nodig, een soort aanlegplaats in de rivier (St John river). We zijn net klaar met koken, komt een grote truck naar beneden rijden. De boer die even 1000 gallon water komt oppompen uit de rivier om z’n gewassen te sproeien. “Hi, are ya’all doing a little caampin? Where ya’all from? Wow, that’s a looooong way from home….”. Na het vullen (en het lawaai van het aggregaat 😉 maken we nog een praatje en hij vertelt dat de brug, die nog half overeind staat, 10 jaar geleden gesneuveld is door het kruiende ijs in de rivier. In de winter wordt het hier -35/-40 C!. Op onze vraag of de rivier hier kan ‘flodden’, volgt een resoluut ‘no, not at all’. Safe spot dus. Zullen we ook nog wel even melden op iOverlander. Nu maar even een koude maaltijd nuttigen! Was het waard, hoor.
Een must see hier in de buurt is Grand Falls. Ligt op de route dus waarom niet. Het blijkt een stuwdam te zijn, die men open kan zetten. Dan schijnt het water via een waterval door een diepe kloof te razen. Zeker bijzonder om te zien en je moet uitkijken dat je tijdens de reis niet gaat vergelijken. De waterval in Kroatië was indrukwekkender, de kloof in Griekenland was dieper. Niagara slaan we over, da’s pas een waterval. Waarvan we ook te horen hebben gekregen dat het een nieuw Disney Park is geworden. Ook niet okay tijdens zo’n reis. Niet ingaan op ‘van horen zeggen’. Of zelf ervaren of er niks van vinden. Is net werk, haha. By the way stuwdam, waar we niet achter zijn of het zo kan zijn dat als de sluizen opengezet worden of onze stek dan wel ‘flooded’ zou zijn geweest?!? Mwaah. Gelukkig stonden we zo geposteerd dat we eruit konden rijden of lieren ;). Safety first.
Voor we Québec inrijden maken we een stop op een, naar later blijkt, wel heel bijzondere plek. De stek van Fran, Gino and Trevor (één van de dogs). Baisley Lodges aan de Madawaska River. Er aangekomen lijkt de plek verlaten. Dan komt Fran naar buiten. Eerst wat gereserveerd en bij het zien van ons bussie en het horen van ons verhaal super gastvrij. We mogen gaan staan waar we willen, zelfs op de plek aan het water bij een soort van boothuis. Daar kunnen we dan lekker zitten, koken en stoken. Zeker omdat we wat langer willen blijven, 2 of 3 nachten, en het weer wat slechter wordt, is dit een topplek. De volgende dag komt Fran even buurten en we raken in gesprek. Haar man, Gino, is 2 maanden geleden overleden. Een veteraan, Military Police, met helaas PTSD. Retired in ‘95. Altijd maar druk met het landgoed hier en de lodges. Om maar afleiding te hebben en weg te blijven van de ‘dark side’ in zijn hoofd. Hij verzamelde van alles, had een hele zagerij, een superschuur met alle materialen om al die huisjes zelf te bouwen. Deed samen met Fran aan sledehondenracen, ze hadden zo’n 20 honden. Nu niet meer, nu heeft Fran er nog maar drie waarvan er één, Trevor, de hele tijd bij ons komt buurten. Gino is overleden na een kort ziekbed. Hij was heel erg begaan met het lot van de veteranen, had hier een gedenkplaats opgericht voor de gevallenen. 1 Kilo cement voor elke gevallen kameraad (Ciment Hill). Toen er in de US weer een shooting op een school was heeft hij al zijn wapens, hij was ook daar verzamelaar van, kapot geslagen en van de onderdelen die gehavend overbleven een ‘monument’ laten maken door een vriendin. Elk jaar kwamen veteranen hier langs om naar het monument te komen en ervaringen te delen. Gino deed ook veel om andere veteranen te helpen om in programs te stappen en zo niet te vervallen in alcohol of drugs. Z’n oude Indian motor had hij net gekocht, hij heeft er nooit op kunnen rijden. Hij heeft voor de troepen in Afghanistan blogs geschreven en die verhalen gebundeld. Zijn boek hebben we gekocht, ‘Spirit Dogs’. We krijgen een rondleiding van Fran. Naast het monument en de gedenkplaats was hun ‘honk’, ‘veterans cave’, echt bijzonder om te zien. Veel vlaggen, foto’s van veteranen, caps van ‘all over the world’, foto’s van zijn sledehonden, de wedstrijden. Uiteraard een bar en een keukentje waar Fran nog elke morgen met de honden naar toe gaat om een kop koffie te maken. Afijn, een waar museum en hoe bijzonder dat wij dit weer mochten zien en meemaken. We zijn er weer stil van. De afleiding in de middag met de kajaks helpt ons zaken weer een plek te geven.
PS. Camera op standje tekenfilm bij Baisley Lodges