Omdat we weer aan de Flaming Gorge staan, verleggen we onze route richting oosten, naar Baggs, aan de grens met Colorado. Wel weer behoorlijk wat km sturen, zo’n kleine 200. Dan wordt het allemaal wel heel donker en zwart en de weggetjes BLM land in zijn al behoorlijk nat en drassig. Het heet hier niet voor niets ‘Muddy Creek’. Het is al wat later en we zoeken een plek voor de nacht. Onze eerste poging is wel heel ‘muddy’. En met die donkere luchten en de weersvoorspellingen (onweer en regen), staan we hier wel erg in ‘the open’. Gelukkig vinden we een paar mijl verderop een meer beschutte plek. Wel aan een ‘muddy dirtroad’ maar het lijkt ‘veilig’. Zodat we niet vast of verzakt komen te staan. Er zijn geen bomen om ons er uit te lieren en of onze recovery ‘pinnenset’ het hier trekt, we willen het er niet op wagen. ’s Nachts begint het echter goed te hozen. En flink te waaien, we waaien zowat ons daktentje uit. Maar ja, midden in de nacht kunnen we niet verkassen, we zitten/liggen, het uit en zien morgen wel. Het zou na 02.00 uur droog worden, morgenvroeg zonnig en winderig, hopelijk droogt het snel genoeg allemaal. We worden wakker en het is erg muddy… dikke klonters blijven aan onze schoenen hangen, dat wordt een klusje om hier goed weg te rijden… Eerst maar een bakkie, dan de motor goed laten verwarmen zodat we in een keer door kunnen trekken. Schoenen in plastic zakken. Die zijn te vies en een paar kilo zwaarder van de vette modder die er als een dik plakkaat onder en naast hangt. We vinden nog een stuk ijzer dat we als een soort van rijplaat(je) onder een van de voorwielen leggen voor wat extra starttractie. Noodscenario’s zijn uitgedacht, daar gaat ie, gas er op en glibberend en glijdend komen we er in een keer uit…pffff, dat scheelt! Goed gedaan busje!
Destinations
Vanuit Green River (nabij de Flaming Gorge) gaan we richting het westen naar Kemmerer. Van daaruit willen we de Big Spring Scenic Byway rijden richting Lake Naughton. Eerst hebben we nog een uitdaging. ‘Running short of water’. En water vinden hier in Wyoming in deze tijd blijkt een uitdaging. Veel kranen zijn afgesloten en wat het nog doet is zogenaamd ‘bad water’. We hebben mazzel bij een grote paardenhouderij. Daar staat een boerin achter op een grote truck de tank met water te vullen. Ze wil ons graag helpen, ‘get on the truck’, zegt ze. Ready? En ja hoor, de grote ‘hose’ gaat aan en ik ben ‘zeikenat’! En geen water in onze jerry cans, haha. Gelukkig is er ook nog een andere mogelijkheid via een ‘normale kraan’. Het wordt allemaal voor ons geregeld. We hoeven zelfs niks te betalen! De Big Spring Scenic Byway is een mooie route, met een mooie meanderende rivier, prachtige plekken om te lunchen of overdag te staan, jammer genoeg altijd voorzien van een ‘no-overnight camping’ sign. Aan Lake Viva Naughton treffen we het echter. Geen ‘no-overnight camping’ sign. Althans niet dat wij gezien hebben. We staan er goed bij met uitzicht over het meer. Er ligt hier nog behoorlijk wat sneeuw en we rijden op hoogte, 2.600 meter. Dus is de weg die we eigenlijk willen rijden niet begaanbaar en moeten we terug naar Frontier en van daar naar het noorden richting Cokeville. Daar aangekomen vinden we weer een mooie plek in een soort van Alpenweide, in het skigebied, aan een riviertje. De pret duurt niet lang. We komen er achter dat de zwengel van onze luifel niet meer in de achterbak ligt. Pfff, waar is die gebleven? Kan eigenlijk maar op een plek zijn; bij Lake Viva Naughton. Okay, hoe vervelend ook, dan maar terug kachelen. Aangekomen, geen zwengel! Dan moet ‘ie aan the Flaming Gorge liggen, in het zand. We zijn nu toch bezig dus rijden we dat stuk ook nog terug. Aangekomen; ook niks. Dan weten we het ook niet meer. Reizen ‘met zonder’ luifel, we verzinnen er wel weer wat op. Overgave, daar gaat het om.
Tijdens het lopen van een trail in Ashley NF is het wel duidelijk dat de Corona maatregelen zijn uitwerking hebben. In-dining is (nog) niet toegestaan en dat wordt hier kennelijk goed opgevolgd getuige de resten van een outdoor dining schranspartij. Geintje moet kunnen, toch?
P.s. Was Woody ook van de partij?
We hebben maar liefst 7 weken in Utah gereisd en het waren 49 geweldige dagen . We hebben genoten van de waanzinnige natuur. Het was heerlijk om er te “wonen”. ’s Ochtends wakker worden en een heel natuurgebied voor jezelf te hebben. Wandelen, kampvuurtje maken, vissen, sporten, yoga, kletsen met elkaar en lezen. Eigenlijk heel simpel, de “afleiding” was door de maatregelen weggevallen. En juist die simpelheid was eigenlijk heel erg fijn, relaxed. Terug naar je natuur. Als je zo in de natuur leeft, dan lijkt Corona een knop die je aan en uit zet. In de natuur is het er niet, merk je er niets van. De knop gaat aan als je boodschappen gaat doen: handschoenen aan, mondkapje voor en hup, de winkel in en er zo snel mogelijk weer uit. Om efficiënt door de winkel te lopen, maken we vooraf een heus boodschappenlijstje. Overigens beginnen de supermarkten hier eindelijk de rijen éénrichting te maken zodat je meer afstand kunt houden. Eenmaal terug in ons bussie rijden we de natuur weer in en gaat de knop uit. En wat er in onze omgeving, USA, NL en de rest van de wereld gebeurt, dat lezen we op internet of horen we van vrienden en familie. De natuur bestaat in het zuiden vooral uit rode rotsformaties en rode grond. Als je ervan houdt, word je al snel besmet met de ‘red rock fever’, zegt men. Tja, klinkt een beetje gek in deze tijd, maar zo wordt het genoemd en we begrijpen het helemaal. Hoewel we na al die rode rotsen in het zuiden en de woestijn in het midden van Utah, het groen in de Ashley National Forest , waar de laatste paar dagen in het noorden van Utah verbleven, toch ook wel weer heel erg fijn vonden. En nu is het ‘time to move on’. We rijden Wyoming in via een prachtige route, de Flaming Gorge Uintas Scenic Byway. Aan de Flaming Gorge vinden we ook een plek, direct aan het water, op het strand. Je kunt het slechter treffen. In de late namiddag komen de herten hier drinken.
En wat zit daar opeens aan de waterkant? Een Bever. Je ziet ze ook overal ;).
Mooie, zonnige, koude, winderige en wolkenloze dag. Goed weer voor een stevige wandeling langs de kustlijn van Flaming Gorge. Na eerder bezoek van de herten en van een bever, meldde ook de familie ‘Loony’ zich, voor wat leek, een eerste zwemles met de zes (nog gele) piepkuikens.
Nog een heerlijke dag aan Flaming Gorge. In de namiddag zitten we in ons strandstoeltje lekker te brainstormen, de ideeën, concepten en inspiraties stromen. En juist in dat moment hebben we weer een bijzondere ontmoeting. Dit keer met een jagende Osprey, een visarend. Vlak voor onze neus, turend, afwachtend, het juiste moment kiezend. En ja hoor, even later met prooi geklemd tussen de klauwen. Een prachtig gezicht, woest en verfijnd tegelijk. En zoals jullie weten geloven we in de symbolische betekenis van dieren. Hoe mooi is het dat bij het ontstaan van zoveel inspiratie deze boodschapper onze kant op komt. Een symbool van ‘gewaarwording van ons eigen potentieel’, ‘verruim je blik, jaag de vreugde na waar je naar verlangt, laat het onbekende je niet in de weg staan maar sla je vleugels uit’ en ‘vind het evenwicht tussen “van de aarde zijn” en er niet aan gebonden zijn’. Hoe gaaf sluit dit aan op de energie van ons gesprek!
Qua beestenboel is het aan de Flaming Gorge een feestje. En zo krijgen we de nodige ‘boodschappen’ door ;). Zoals de pelikanen die hier plots aan komen landen. De pelikaan leert je er op te vertrouwen dat het universum alles verschaft wat je nodig hebt. Wij hebben het hier vaker over. In tijden van ‘rust en balans’ kunnen we hier beiden heel goed in meegaan. In tijden van onzekerheid is dit meer een uitdaging. Maris kan dan zeggen ‘vertrouwen op het universum…’. Ik zeg dan gekscherend, ‘lekker hoor… in deze tijden zit het universum tegenover je… gewoon doorstoempen en buffelen… focus bepalen, verstand op nul, blik op oneindig’ is dan mijn devies ;). Ik heb dus nog een weg te gaan ;);)
Ook ver van huis herdenken we. Vorig jaar deden we dat om 22.00 uur in Georgië. Nu om 12.00 uur ‘s-middags, we zijn in Vernal, Utah. Dodenherdenking is ieder jaar weer indrukwekkend. De lege Dam maakte dit keer extra indruk. Mooi gedaan met die videobeelden met opa’s/oma’s en (klein) kinderen. Die video’s waren trouwens ook erg mooi gefilmd. En onze koning? Mooie toespraak, daar zal nog wel over gesproken worden.
We hebben zin in groen en water. Zijn met het dorre woestijnlandschap wel even klaar, hoe prachtig ook. En zeker met al die indrukwekkende (rode) rotsformaties. Dit deel van Utah onder de Uinta Mountains is wat saai, dor, industrieel, ook wel armoedig. We denken een plekkie gevonden te hebben aan een meertje in de voorlopers van het gebergte. Dat meertje was er ook wel, bleek alleen ‘Indian Res’ te zijn, dus no go area (zelfs ik kan er niet in met mijn huidige look…;). Gelukkig zijn de natives zo vriendelijk ons de weg te wijzen naar Ashley NF. Daar kunnen we staan, waar we willen. En wat denk je? Juist ja, aan een beekje, in het groen, op dik 2000 meter hoogte. Er wordt hier zelfs nog een episch evenement georganiseerd dat toch door kan gaan, namelijk het Open Ashley NF pelpindaboten Championship. En daar mogen wij dan weer getuige van zijn ;).
De Nine Mile Canyon Road snijdt een stuk af richting Noord Utah en is bovendien zeer de moeite waard om te rijden. Deels geasfalteerd, deels off road. Met een mix van Canyon en Alpenweide zeg maar. Uiteraard rijden we deze route weer alleen. In een lekker sukkeldrafje genieten we van de vergezichten. Ben je over het hoogste punt, dan verandert de Nine Mile Canyon Road volkomen. Je komt dan in een industrieel gebied met pijpleidingen, ja-knikkers, sites voor olie- en gaswinning. Waar je maar kunt kijken. En dan te bedenken dat hier 60 miljoen jaar geleden een groot meer was! Uinta Lake. Dat is ook de bergketen waar we naar op weg zijn, met de hoogste piek van Utah, ruim 4100 meter hoog.
Via Moab naar Green River. Onderweg rijden we langs de Wilson’s Arch. Pikken we in ieder geval een arch mee (Het Arches NP is gesloten). Moab kon ons niet zo bekoren, nu al wat too much voor ons, laat staan als het hier ‘volle pulle’ is. Het goede nieuws, de laundry is open. Dat scheelt weer. Door richting Green River. Als tussenstop richting de Nine Mile Canyon Road. Bij toeval (maar ja, toeval bestaat niet 😉 vinden we een goede spot aan de rivier. Waar we dachten alleen maar te overnachten, blijven we hier 4 dagen. Het projectje ‘vuur maken’ wordt hier succesvol afgerond en we ‘vieren’ hier Koningsdag. Even de vlag en wimpel uit het bussie halen en ophangen, klompies erbij en we zijn helemaal in Hollandse sferen.
Er staat een lange versie, met instructie, op onze Facebook pagina (Bezielen op Wielen).
We zien toevallig een bordje ‘Needles Overlook 15 miles’ en besluiten daar eens te gaan kijken. Als zo vaak pakken dit soort impulsieve beslissingen top uit. Holy moly wat gaaf, zo kijken we vanuit een overlook naar Canyonland NP (uiteraard is dat park zelf gesloten). Hoe gaaf, de Colorado River zien we ook lopen, die is verantwoordelijk voor dit moois, zo’n 200 miljoen jaar geleden gevormd en nu nog slijt het jaarlijks uit. We zien onderweg ook al een fijne spot om te staan. Nu we er toch zijn, bezoeken we ook Anticline Overlook. Van daaruit zien we zelfs Arches NP in de verte liggen (ook nog gesloten). Zo vangen we toch een glimp op. Bij Needles Overlook begint ook mijn project ‘vuur maken met spullen uit de natuur’. Wordt vervolgd. Bij ons vertrek richting Moab zijn we vroeg in de ochtend nog getuige van het drijven van de koeien door cowboys. Zoals je het je voorstelt, zo gaat het hier ook nog echt.